25 augustus - Doe-Het-Zelf
Zoals ik afgelopen week schreef was maandag een nationale feestdag. Het was namelijk Isra’ Mi’raj’ Nabi Muhammad SAW, de verjaardag van de Profeet Muhammad. Mijn lange weekend heb ik met een collega in Noord Sumatra doorgebracht. We zijn naar Medan gevlogen, een stad van ongeveer twee miljoen inwoners. Medan is een populaire bestemming onder de hulpverleners. Veel mensen komen er om even aan Atjeh te ontsnappen; om in een mooi hotel te overnachten, een warme douche of bad te nemen, te shoppen en te genieten van... tja, met name varkensvlees en alcohol! Verder is er in Medan niet zo gek veel te zien; het is een stad zoals vele anderen. Om en nabij de stad zijn er echter veel leuke plekken te bezichtigen. We hebben dus maar besloten om naar het Toba meer te gaan. Het is een groot meer dat lang geleden gevormd is door één van de grootste vulkaan uitbarstingen ooit. In het midden van het meer bevind zich een groot eiland waar veel toeristen naar toe trekken. We hebben het eiland een beetje verkend en hebben kunnen genieten van de prachtige omgeving, de fraaie Batak huizen en een traditionele dansgroep. Het gebied rondom Toba is hoofdzakelijk christelijk en het was apart om voor de verandering eens wakker te worden onder het luiden van kerkklokken!
Ik schreef de laatste keer over Ie Itam, een klein dorpje in het sub-district Panga. Ik schreef hoe hartverwarmend het was om te zien hoe het hele dorp samentrekt om projecten uit te voeren waar iedereen baat bij zal hebben. Het is toch iets bijzonders, zeker omdat dit in deze fase in de post-tsunami context niet zo vanzelfsprekend is. Ik zal dit even toelichten...
Lessen uit jaren internationale samenwerking hebben erop gewezen dat programma’s en projecten meer kans van slagen hebben wanneer begunstigden, eerder dan niet louter passieve ontvangers van hulp te blijven, actief betrokken zijn in het hele proces. Uiteraard heeft de locale bevolking het meeste verstand van de locale problemen, potentiële oplossingen, mogelijke kansen en beperkingen, de stakeholders, enzovoort. Dit is een schat aan kennis die niet ongebruikt mag blijven. Het zorgt ervoor dat de programma’s en projecten beter afgestemd zijn op locale behoeften en omstandigheden. Bovendien zorgt actieve betrokkenheid voor eigenaarschap, een essentiële voorwaarde voor duurzaamheid. Even terzijde – dat dit niet 30 jaar geleden al duidelijk was vind ik op z’n minst opmerkelijk... maar dat is natuurlijk wijsheid achteraf!
Nu is het CDR programma van het IRC gemeenschapsgedreven. Gemeenschapsgedreven ontwikkeling gaat nog een stapje verder dan alleen consultatie van de begunstigden en actieve participatie te bevorderen: het is ontwikkeling dat gedreven wordt door de doelgroep zelf. Het is een proces waarbij capaciteiten zodanig opgebouwd worden dat gemeenschappen hun ontwikkeling in eigen handen nemen. Het CDR programma biedt de nodige middelen en trainingen en begeleid vervolgens slechts het proces.
Dat het niet vanzelfsprekend is dat gemeenschappen hier samentrekken en zelf willen zorgen voor hun eigen ontwikkeling heeft veel te maken met het feit dat ze slachtoffer zijn geweest van een van de grootste natuurrampen die wij in ons leven hebben meegemaakt. Om te beginnen, zijn als logisch gevolg hierop veel Internationale Non-Gouvermentele Organisaties (INGOs) welke allemaal een eigen programma, strategie en aanpak hebben, hier neergestreken. Verder – hoewel ik er van overtuigd ben dat je gedurende een noodhulpfase al een stap kan en moet zetten in de richting van participatie en betrokkenheid om de overgang van noodhulp naar wederopbouw vervolgens soepeler te laten verlopen – moet het duidelijk zijn dat noodhulp om een andere aanpak vraagt dan wederopbouw en dat gemeenschapsgedreven ontwikkeling gedurende een fase van noodhulp geen vatbare optie is. In het tsunami gebied zijn begunstigden in eerste instantie dus vaak passieve ontvangers van hulp geweest en hebben vaak meegedaan aan zogenaamde voedsel-voor-werk (food-for-work) of geld-voor-werk (cash-for-work) programma’s en hebben in sommige gevallen per diems ontvangen om vergaderingen bij te wonen.
Voor deze redenen is het vaak een uitdaging geweest om onze doelgroep te overtuigen van de aanpak van het CDR programma, waarbij ze ineens alles zelf moeten gaan doen en zelfs een deel van de kosten moeten dekken (meestal in natura). Door uitgebreid te speken met gemeenschappen en het programma stap voor stap uit te leggen en te motiveren werken ze er echter graag aan mee. Na de Community Participatory Assessment Workshop (CPAW) waarin een aantal participatieve oefeningen uitgevoerd worden met de begunstigden, wordt ook duidelijk dat de methode zeer geapprecieerd wordt. Men zegt dat er naar hun geluisterd wordt, dat ze serieus genomen worden en het de gemeenschap een gevoel van eigenwaarde teruggeeft. Vandaar dat het ook zo bijzonder om iedereen in een dorpje als Ie Itam te zien samentrekken om projecten uit te voeren die ze zelf hebben voorgesteld en uitgewerkt.
Dat was het weer!
Groetjes,
Alex
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home